4. Starten
Verplaats de rechterhand (masthand) van de mast naar de giek, niet te dicht bij de mast.
Nu volgt de start, dit moet in één vloeiende beweging gebeuren:
-
steek het tuig omhoog en vang wind door aan te halen
ZONDER op te loeven.
-
plaats uw achterste voet op de plank, zover mogelijk naar voren.
-
breng meteen uw voorste voet op de plank terwijl je zoveel mogelijk wind in je zeil vangt.
-
val meteen af daar gedurende deze actie de plank zal oploeven.
-
weg zijn wij (als we geluk hebben).